Hoe werk je samen aan een warmtenet?

Het wetsvoorstel Wet Collectieve Warmte (Wcw) biedt verschillende organisatiemodellen om de samenwerking tussen partijen vorm te geven bij de aanleg van een collectief warmtenet. TNO schreef een uitgebreid artikel over welke veranderingen en mogelijkheden dit met zich meebrengt.

Bij de ontwikkeling van een collectief warmtenet zijn tal van partijen betrokken. Denk bijvoorbeeld aan gemeenten, netbeheerders, woningcorporaties, warmtebedrijven, bewonerscoöperaties en niet te vergeten: de afnemers van een warmtenet. Het samenbrengen van deze partijen en het vaststellen van wie waarvoor verantwoordelijk is kost veel tijd. Dat is een van de redenen waarom de aanleg van warmtenetten in Nederland (te) lang duurt, gemiddeld vijf tot zeven jaar.

Keuzes voor samenwerking

In november 2023 is het wetsvoorstel voor de Wet Collectieve Warmte (Wcw) bekend gemaakt. De wet is bedoeld om duidelijk te maken wie (eind)verantwoordelijkheid draagt bij de ontwikkeling van een warmtenet en wie de eigenaar is: een publieke partij, een warmte- of energiegemeenschap, of een publiek/private samenwerking. De Wcw biedt verschillende organisatiemodellen om de samenwerking tussen partijen vorm te geven. Begrijpen welke gevolgen de keuze voor een specifiek model heeft helpt om de samenwerking op gang te krijgen en gaandeweg goed te houden. Dat maakt versnelling van de warmtetransitie mogelijk.

Organisatiemodellen en samenwerkingsvormen onder de Wcw

Rinus Elsman, Nienke Maas en Gitte Mulder, consultants bij TNO, schreven op basis van het wetsvoorstel en een praktijkbijeenkomst met deelnemers aan de vliegwielprojecten van Nieuwe Warmte Nu het artikel ‘Organisatiemodellen en samenwerkingsvormen onder de Wcw‘. Ze beschrijven hierin de organisatiemodellen onder de Wcw en koppelen deze aan vier vormen van samenwerking binnen de warmtesector. Deelnemers aan de vliegwielprojecten hebben hier hun praktijkervaringen naast gelegd. Dat biedt inzicht in het verloop van een samenwerking en wie daarin welke rol heeft.