“Alles draait om een aantrekkelijk aanbod voor bewoners”
Bij de aanleg van collectieve, duurzame warmtenetten zijn veel verschillende partijen betrokken, waaronder warmtebedrijven. Rick van Diest is gebiedsontwikkelaar Duurzame Warmte en Koude bij Vattenfall. Hij vertelt over de ervaringen rond Malburgen-Oost in Arnhem, een van de vliegwielprojecten binnen Nieuwe Warmte Nu.
Wat houdt het project in Arnhem in?
Rick van Diest: “Malburgen-Oost is een stadswijk uit de jaren dertig van de vorige eeuw met grotendeels laagbouw. Bijna de helft van de 4000 huizen zijn sociale huurwoningen en veel koopwoningen waren dat in het verleden ook. Het project is ontstaan doordat de grootste woningcorporatie in het gebied veel huurwoningen in de wijk wil gaan verduurzamen. Vanuit haar samenwerking met Vattenfall kwam de ambitie naar voren om de hele wijk aardgasvrij te maken via de aanleg van een warmtenet. Een eerste wijk met stadswarmte voor 118 bestaande laagbouwwoningen in Malburgen-Oost liep al succesvol. Vattenfall en de woningcorporaties hebben daarop bij de gemeente Arnhem de interesse gepeild voor een volledig aardgasvrije wijk via aansluiting op het stadswarmtenet.”
Wat is de rol van Vattenfall hierin?
“Aan de zuid- en westkant van de wijk liggen al warmteleidingen van Vattenfall. Dat maakt ons een logische partner. De ervaring leert wel dat een grootschalig collectief warmtenet aanleggen voor bestaande bouw met een betaalbaar aanbod voor bewoners alleen mogelijk is met subsidie. Dit was ook voor de gemeente duidelijk en zij ondersteunde daarom de aanvraag voor de NWN-subsidie die Vattenfall heeft gedaan. De woningcorporatie, gemeente en Vattenfall werken goed samen en dat is nodig om zo’n ambitieus project van de grond te krijgen. Maar uiteindelijk staat of valt het natuurlijk met acceptatie door de huurders en woningeigenaren.”
Hoe ver is het project inmiddels?
“Eind 2021 is de subsidieaanvraag gedaan. We wilden in het najaar van 2023 de investeringsbeslissing nemen en eind 2023 beginnen met de uitvoering, maar de planning is met ongeveer een jaar vertraagd. Deze zomer verwachten we de definitieve beschikking over de subsidie en dan nemen alle partijen in de herfst de go/no-go beslissing. Bij een positieve uitkomst wordt de samenwerkingsovereenkomst ondertekend en kan de uitvoering starten. De meeste seinen staan op groen, dus ik ga ervanuit dat dit lukt.”
Wat zijn de belangrijkste technische uitdagingen?
“Als je een warmtenet aanlegt in grondgebonden woningen, kom je in de voortuinen voor het leidingwerk. In de meeste huizen hangt de cv-ketel op zolder, dus je moet naar binnen én naar boven. Dat betekent overlast voor de bewoners. We streven naar een ‘one day-switch’ per huis, dat wil zeggen dat het overzetten van gas naar stadswarmte in één dag gebeurd moet zijn. Verder proberen we de overlast te beperken via technische innovaties. Zo gaan we op proef sleufloos boren vanaf de straat, zodat de tuinen niet open hoeven. En om onder de kruipruimtes te komen gebruiken we flexibele warmteleidingen. Dan zijn er geen stalen mantelbuizen meer nodig.
Verder gaan we de wijk aansluiten op een grote koppelleiding vanaf de andere kant van de stad. Er ontstaat dan een ring in het leidingnetwerk van Arnhem die zorgt voor leveringszekerheid van water en de waterdruk op peil houdt. Voor die koppelleiding boren we onder de rivier de Nederrijn door. Een spannende operatie, omdat Arnhem tijdens de Tweede Wereldoorlog het toneel was van veel gevechten. Je weet dus niet wat je tegenkomt.”
Waar moeten jullie nog meer rekening mee houden?
“Bij de renovatie van de woningen worden steigers en stellages geplaatst. Wij moeten daarvóór of daarna ons werk doen. Dat vraagt afstemming over de planning. De gemeente werkt ook aan het verduurzamen van de infrastructuur. Daarvoor worden soms wegen afgesloten, maar in de tussentijd moet de wijk wel bereikbaar blijven.
De prijsontwikkeling, met name de kosten voor technisch personeel, is een aandachtspunt. Als we nu een offerte vragen aan een aannemer voor werk dat volgend jaar begint, zijn de prijzen tegen die tijd misschien veel hoger. Dit is een project met een doorlooptijd van ongeveer vijftien jaar, dan kun je forse stijgingen verwachten.
En last, but not least: de deelname van bewoners. Voor huurwoningen moet bij grootschalige aanpassingen 70% van de huurders akkoord gaan om de werkzaamheden voor 100% te kunnen uitvoeren. Voor de financiële haalbaarheid is dat essentieel. Toch wordt voor dit project besloten ook bij lagere deelname het warmtenet in alle straten aan te leggen. Dan liggen de leidingen er en kunnen in de loop van de tijd huizen die nu nog niet meedoen alsnog worden aangesloten, bijvoorbeeld als een woning een nieuwe huurder krijgt of een cv-ketel kapot gaat. De bedoeling is om voor huurders en woningeigenaren een fysiek informatiepunt in de wijk in te richten. Daar vinden ze informatie, kunnen ze vragen stellen en krijgen ze een helder aanbod.”
Wie is straks de eigenaar van warmtenet?
“De gemeente wil bij de start van het project graag meteen aan het stuur zitten. Begrijpelijk, maar op landelijk niveau vindt rond de Wet collectieve warmte (Wcw) nog discussie plaats over publiek-private samenwerkingen. Wat de wetgeving uiteindelijk betekent voor lokale samenwerkingen, kaveltoewijzing en de financiële afwikkeling bij overdracht van de niet-publieke warmtenetten is nog niet definitief vastgelegd.”
Hoe helpt Nieuwe Warmte Nu bij al deze uitdagingen en onzekerheden?
“Voorwaarde voor het slagen van een project is de betaalbaarheid voor de bewoners. Koepelorganisatie Aedes heeft aangegeven dat het aansluiten van een wijk met uitsluitend bestaande, grondgebonden woningen op collectieve warmte in 2023 gemiddeld 10.000 tot 13.000 euro per woning kostte. Met de subsidie via Nieuwe Warmte Nu kan dat nu in Malburgen-Oost voor 1500 euro tot aan de gevel van de woning. Het hele subsidiebedrag gaat naar de infrastructuur om het aanbod financieel aantrekkelijk te maken.”
Welke hulpmiddelen of standaarden verwacht je dat Nieuwe Warmte Nu gaat voortbrengen die nuttig zijn voor volgende projecten?
“De nieuwe technieken die ik noemde, zoals sleufloos boren, kunnen veel verschil maken. Ook de ervaringen die we opdoen met acceptatie door bewoners zijn leerzaam: hoe beter we hen ontzorgen bij de aanpassingen in hun woning en de overlast beperken, hoe groter het draagvlak. De vliegwielprojecten vinden uit bij hoeveel aansluitingen een warmtenet betaalbaar is en welke communicatie en transparantie dat vraagt. Ik ben ervan overtuigd dat al deze ervaringen de aanleg van volgende duurzame warmtenetten kunnen versnellen.”
Warmtenetten komen momenteel negatief in het nieuws vanwege de hoger uitvallende kosten voor bewoners. Hoe zit dat?
“Het heeft deels te maken met de koppeling van warmteprojecten aan de gasprijs. Door de grilligheid van de gasmarkt kunnen verschillen ontstaan tussen de gasprijs en het aanbod voor bewoners. Wij zijn daarom voor loskoppelen van de gas- en warmteprijs, en uitgaan van werkelijke kosten. Er zijn geluiden dat warmtebedrijven woekerwinsten maken op warmteprojecten. Dat lijkt me lastig, want de Autoriteit Consument & Markt controleert ons op rendement en maximumtarieven. Los daarvan: als er forse winsten te behalen waren, zouden bouwbedrijven en beleggingsmaatschappijen allang zijn ingestapt. Dat gebeurt niet omdat de investeringen groot zijn, de projecten complex, de rendementen laag en de terugverdientijd lang is. Het is belangrijk dat bedrijven en overheden in een project transparant zijn over hun rol en eventuele verdiensten. Dat geeft vertrouwen bij alle betrokkenen. En we moeten zo vaak als nodig is in begrijpelijke taal uitleggen aan bewoners wat een warmtenet voor hen betekent, ook financieel.”