Stappen zetten in de warmtetransitie: ‘Leren, delen en versnellen’

Het verduurzamen van woningen en gebouwen in Nederland gaat te langzaam om de klimaatdoelen te halen. Met duurzame collectieve warmtevoorzieningen kan ons land van het aardgas af, maar aan de warmtetransitie zitten nog veel haken en ogen. Het programma Nieuwe Warmte Nu moet die helpen wegnemen door projecten met alternatieve warmtebronnen te ondersteunen en de opgedane kennis te verzamelen en te delen. Programmadirecteur André Jurjus en Saskia Hommes, manager van het leer- en ontwikkelprogramma van Nieuwe Warmte Nu, vertellen over de ambities.

Wat is de grootste uitdaging bij Nederland versneld aardgasvrij maken?

André Jurjus: “De communicatie met burgers. Als je iets verandert aan de warmtevoorziening in huizen, kom je achter de voordeur. Daar willen mensen vertrouwen in en zicht op hebben, of zelfs meebepalen. Wanneer je in een wijk aan de slag gaat met een collectieve warmtevoorziening, moet je burgers dus goed informeren en inschatten in hoeverre ze daarbij betrokken willen zijn.”

En als die hobbel is genomen?

André: “Er zijn meer uitdagingen. In de warmtetransitie ontstaan nieuwe samenwerkingen tussen overheden, bedrijven en burgers. Zo hebben woningcorporaties een belangrijke rol als eigenaars van woningen die moeten worden verduurzaamd en krijgen gemeenten in de nieuwe Warmtewet de regie over de warmtenet-infrastructuur. Bedrijven hebben weer andere belangen dan burgers en al die partijen moeten gaan samenwerken zonder een lange geschiedenis op dat gebied of veel kennis over hoe je dat organiseert. Elk van de twaalf vliegwielprojecten die deelnemen aan Nieuwe Warmte Nu heeft iets nieuws of experimenteels in zich dat waardevolle kennis kan opleveren voor andere projecten.

Op technisch vlak is weliswaar veel meer bekend, maar nog lang niet alles. Met aqua- en geothermie zijn bijvoorbeeld al aardig wat ervaringen opgedaan. De uitdaging zit in dit soort technieken integreren met collectieve warmtesystemen. Tot slot zijn er organisatorische en bestuurlijke kwesties, zoals: hoe stemmen we af waar in de toch al overvolle bodem kabels voor warmtenetten komen te liggen?

Saskia Hommes: “Voor aquathermie bestaat al een netwerk in Nederland dat met andere landen kennis uitwisselt. Dat kan een voorbeeld zijn bij de ontwikkeling van andere technieken. Een belangrijke functie van Nieuwe Warmte Nu is dat we de komende jaren veel leren over uiteenlopende thema’s binnen de warmtetransitie en die kennis zo snel mogelijk beschikbaar maken voor toekomstige projecten die ongetwijfeld gaan komen.”

Wat is het doel van het programma?

André: “We willen bereiken dat binnen vier jaar voor de vliegwielprojecten de schop in de grond is gegaan. Dat wil zeggen dat de infrastructuur die nodig is om warmte te transporteren en distribueren is aangelegd. Voor het programma is belangrijk dat intussen alle leerervaringen snel boven tafel komen, zodat we dat we het vliegwieleffect zo groot mogelijk kunnen maken.”

Saskia: “De zes innovaties die ook onder het programma vallen zijn al best ver ontwikkeld. Die willen we verder toepasbaar en schaalbaar maken.”

Wat staat het komende half jaar te gebeuren?

Saskia: “Vanuit het leer- en ontwikkelprogramma organiseren we in september een webinar over spanningen die zich kunnen voordoen bij bewonersparticipatie. Daar kan iedereen aan meedoen. Voor de vliegwielprojecten houden we in oktober een tweede bijeenkomst. Overigens is er ook eens per jaar een bijeenkomst waar iedereen die zich bezighoudt met de warmtetransitie welkom is. Verder zijn we bezig ons netwerk te verbreden. Daarvoor voeren we onder meer gesprekken met vertegenwoordigers van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie. Dit programma ondersteunt gemeenten om de warmtetransitie te versnellen. Voor de innovaties zijn we bezig met de opzet van een community rond innovatieve aanbestedingen, samen met Bouwend Nederland.”

André: “Deze zomer ontvangen de vliegwielprojecten hun subsidiebeschikking. Daarmee kunnen ze concreet aan de slag. Ik verwacht dat we in het najaar de eerste inhoudelijke rapportage over de voortgang kunnen starten.”

Hoe verliep de eerste bijeenkomst met de vliegwielprojecten?

Saskia: “De zogeheten Communities of Practice in het programma zijn gericht op de twaalf vliegwielprojecten. De deelnemers komen geregeld bij elkaar om kennis en ervaringen te delen. De eerste bijeenkomst in mei ging over samenwerkingsvormen en participatie. Ik vond het mooi om te zien dat van bijna alle projecten mensen aanwezig waren. Hun enthousiasme en betrokkenheid werkten aanstekelijk, ze wilden allemaal graag het verhaal van hun eigen project vertellen. Ook al zijn hun ervaringen verschillend en staan ze niet allemaal op dezelfde manier in een project, de deelnemers willen van elkaar leren. Ik zag verbinding tussen inwoners met een dorpsinitiatief, projectontwikkelaars van warmtebedrijven en deskundigen. Dat is precies wat we met Nieuwe Warmte Nu beogen: dat zowel gelijkgestemden als mensen met verschillende perspectieven samen de warmtetransitie verder brengen.”

Waarom is het belangrijk kennis over collectieve warmtesystemen te delen?  

Saskia: “Op die manier kunnen we de warmtetransitie in Nederland versnellen. En dat is nodig, want in het huidige tempo gaat het verduurzamen van woningen en gebouwen veel te langzaam. Dan blijven we nog lange tijd afhankelijk van aardgas.”

André: “Voorheen waren warmtenetten vooral bedoeld voor gebruik van restwarmte, bijvoorbeeld uit de grote industrie of van een kolencentrale. Dan werd in een wijk een omvormingsinstallatie neergezet die de warmte verspreidde. Nu dat allemaal duurzaam moet, dus niet langer op basis van fossiele energie, is de vraag: waar haal je de warmte dan vandaan? Die kan bijvoorbeeld komen uit aquathermie, geothermie of restwarmte van datacenters, maar dat is een nieuwe wereld waarin we nog van alles moeten ontdekken.”

Welke stip op de horizon zien jullie voor de langere termijn?

André: “Ik hoop dat we op het vlak van de warmtetransitie organiseren, burgerbetrokkenheid en het gebruik van de juiste technieken op passende schaal in beeld krijgen hoe we op een effectieve manier collectieve warmtevoorzieningen kunnen realiseren. Twee jaar geleden konden we starten met de aanvraag van Nieuwe Warmte Nu dankzij een bijdrage van het Nationaal Groeifonds. Het zou mooi zijn als de vliegwielprojecten inzichten opleveren waar volgende projecten iets aan hebben, want er is nog veel te doen.”

Saskia: “Het helpt dat er inmiddels een structurele subsidieregeling beschikbaar is voor projecten, de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS). Die kun je zien als vervolg op ons programma. De aanvragen hiervoor lopen inmiddels. Projecten die een WIS-subsidie ontvangen kunnen baat hebben bij wat de vliegwielprojecten uit ons programma opleveren. Aan de WIS is namelijk geen leer- en ontwikkelprogramma gekoppeld. Voort kunnen bouwen op wat al is ontdekt en geleerd, voorkomt dat de komende jaren iedereen steeds opnieuw het wiel moeten uitvinden.”